We kennen het allemaal BMI, ofwel Body Mass Index. Het is een soort vuistregel om te kijken of iemand op een gezond gewicht zit. We leggen de nadruk maar meteen op vuistregel, want meer is het niet. Het is geen wet en geen ultieme waarheid. Het is echter wel een handig foefje om als basis te nemen voor je afslank plannen.
De BMI is te berekenen door het gewicht te delen door de lengte in het kwadraat. Ben je 1,68 en weeg je 70 kilo? Dan doe je 1,68x1,68. Vervolgens deel je 70 door de uitkomst en dan krijg je je BMI. In dit geval: 24,80. Over het algemeen worden de volgende waardes aangehouden:
… – 18,5 Ondergewicht
18,5 – 25 Normaal gewicht
25 – 30 Overgewicht, maar niet zeer risicovol. Het is echter wel aan te raden om niet nog meer aan te komen
30 – 40 Zwaarlijvig, met verhoogde kansen op ziektes en aandoeningen zoals hartklachten, rugklachten, diabetes en méér. Afvallen is gewenst!
40 – … Zware obesitas, de gezondheid is ernstig in gevaar. Dringend afvallen!
In principe is BMI een handige tool voor mensen die bijvoorbeeld zittend werk doen, weinig sporten en niet heel erg met (gezond) eten bezig zijn. In dat geval is BMI een goede uitgangssituatie om een correct gewicht te bepalen.
Ben je een fervent sporter en heb je een redelijk gespierd lichaam? De kans is groot dat de BMI zegt dat je overgewicht hebt, terwijl dit helemaal niet het geval is. Spieren wegen namelijk meer dan vet, en daar maakt het BMI systeem geen verschil tussen. Dit systeem kijkt namelijk puur en alleen naar gewicht, en niet naar de vet-spier ratio en zulke verhoudingen. Ook kinderen en zwangeren kunnen BMI beter links laten liggen.